
'Sorry'. Ik baal van mezelf. Ik was toch helemaal niet van plan om voor te dringen, waarom wek ik die indruk dan met mijn verontschuldigend woord? Om die meneer gerust te stellen? Zo rustig wordt hij er niet van, dus ik had beter kunnen zwijgen.
'Sorry'. Met een stuntelige zwaai zwiept zijn arm over mijn hoofd. We zijn met z'n tweeën en we hangen tegen elkaar aan op de bank. Waarom zegt hij sorry? Dit akelige woord moet niet belangrijker worden - het penetreert nu zelfs al mijn liefdesleven. Ik ben juist blij dat hij een arm om me heen slaat. Dat sorry maakt het belachelijk.
'Sorry'. Ik kijk opzij naar mijn dochter. Ze mag dan jong zijn - 'sorry' zegt ze wel. 'Lieverd, het geeft niet. Je mag heus wel om een koekje vragen, alleen krijg je er nu geen'.
Dus het spijt me wel, maar ik 'sorry-nieh'.
***
Geen opmerkingen:
Een reactie posten