zaterdag 23 augustus 2008

De ex

Soms, is die ene positieve minuut met die ene persoon goud waard. Een vriendelijk knikje en een glimlach. De pijn is even verdwenen en dat kan dus tóch. Dat doet me goed en hem ook.

Hij reageert goed op een complimentje. Hij is gevoelig voor wat ik zeg. Ik zei vanmorgen dat ze er zin in had. Hij zei: 'Oh ja?' en ik voelde een moment van onzekerheid, gevolgd door een : 'Ah!'. Hij bereidde haar voor op de duur van het contact, dat was mooi. Ze vond het wel een klein beetje spannend, hij waarschijnlijk ook. Hij vroeg haar om mij gedag te zeggen. Dat deed ze en ik wenste hen veel plezier. Hij stapte niet snel de auto in, maar nam de moeite mij ook gedag te zeggen.

Ja, hij is vriendelijk als er niemand anders bij is. Dat gegeven werd vanmorgen wederom bevestigd. Wie weet hoeveel aardige momenten er nog volgen? Ik hoop er het beste van.

***

vrijdag 22 augustus 2008

Schooltje spelen

Lizzy heeft teveel knuffels, vooral als ze schooltje speelt. Dan worden die knuffels namelijk allemaal uitgestald op stoeltjes en kleedjes, het liefst midden in de huiskamer of in de keuken, zodat ik aan mijn ochtendgymnastiek toekom. Haar eigen kamer schijnt daar niet de juiste plek voor te zijn, ook niet als ik voorzichtig dit idee in haar hoofd probeer te planten.

Lizzy gaat op een stoeltje zitten en dan neemt ze de schooldag met haar pupillen door. Er wordt zelfs gebeden, want dat heeft ze van de juf geleerd. Ze leert haar 'kinderen' ook liedjes, gebaren en letters. Het voordeel is dat ze gezellig bezig is en het nadeel is dat ik haar maar moeilijk aan het opruimen krijg, zelfs niet als ik haar assisteer. Ik ben nu de schoonmaakster van de school, zwijgzaam aangenomen nadat ik mijn zelfstandigheid had bewezen.


Ach, vroeger deed ik hetzelfde en als oudste kind van het gezin wierp ik me ook altijd op als de juf. Dat mijn broertje en zusje dat niet leuk vonden kon me niks schelen: een juf hoort immers haar eigen wil door te drukken, dacht ik. Kapster ben ik trouwens ook geweest. Ik knipte de haren af van de jeugdpop van mijn moeder, die bijna in tranen uitbarstte toen ze haar gehavende stukje verleden zag. Ik weet nog dat het inderdaad niet zo goed gelukt was. Ik knipte aanvankelijk een klein stukje van de lange haren af, maar kwam tot de ontdekking dat ik scheef had gekipt, dus ging er wederom een stukje af, totdat de pop was omgetoverd in een stekelvarken.


Het fijne vind ik, dat Lizzy's juf het erg leuk vindt dat Lizzy thuis nog bezig is met haar schooldag. De ultieme stimulatie. Ik besloot haar een brief te schrijven:


Beste juf Rita,


Wat fijn dat u mijn kind zo stimuleert in haar spel. Ze heeft het duidelijk erg naar haar zin op school en ook thuis kan ze maar moeilijk loskomen van uw liedjes en uw prachtige geloof.
Voor Lizzy's ontwikkeling is het natuurlijk erg nuttig dat ze de leerstof thuis zelfstandig doorneemt. Zelfs ik ben nu weer op de hoogte van alle letters, die er sinds ik het huishouden doe toch een beetje bij zijn ingeschoten.

Ik zou u dan ook graag willen uitnodigen om een dagje op bezoek te komen om haar spel te aanschouwen. U kunt dan getuige zijn van de gevolgen van uw stimulatie. Schrikt u niet als u niet naar de WC kunt omdat er al een popje op zit en als u een natte broek krijgt als u op de bank gaat zitten, dan is er een popje stout geweest. Ook raad ik u aan om wat yoga-oefeningen te doen voordat u komt, omdat gewoon lopen er niet meer inzit. Verder is het misschien handig om alvast in regressietherapie te gaan, want een rol als juf zit er bij mij thuis niet voor u in.

Met vriendelijke groeten,

De moeder van Lizzy.


Ik ben benieuwd naar haar reactie, maar het lijkt me toch wel dat ze zich erg verheugt op mijn uitnodiging. Ik ga maar weer eens aan de schoonmaak, want het wordt hoog tijd dat ik mezelf weer herenig met mijn vloer, al is het maar voor een avondje.


***

donderdag 21 augustus 2008

Men zegt soms...

Iedereen is het erover eens dat je jezelf regelmatig met anderen moet vergelijken. Het is nodig om jezelf beter te leren kennen. Als je zegt: 'Ik kan niet goed schaken', dan komt dat doordat jouw ervaring je dat leerde - je omgeving schaakt beter en je koning ligt in een mum van tijd op z'n gat. Als jij zegt: 'Ik ben rustig', dan zeg je omdat je regelmatig de opgewonden standjes van anderen gadesloeg, terwijl je zelf gapend toekeek.

Toch worden we snel teruggefloten als we op een 'vergelijkende manier' meer zelfkennis willen vergaren. Zo ging ik van 'alle mannen', naar 'de meeste mannen' naar 'sommige mannen'. Die laatste wordt aardig geaccepteerd. Dit overigens in het kader van 'mijn vrouwzijn leren kennen' (..).

Wat ook mag is: 'men zegt'. Daarover struikelt men niet. Het woord 'mensen' of 'maatschappij' is echter uit den boze. 'Altijd' mag ook niet. 'Meestal' is al beter, maar men prefereert 'soms'. 'Het is de cultuur' is vooral toegestaan als je spreekt over die van jezelf en dit geldt ook voor 'normen en waarden'. 'Ik ben goed' mag niet. 'Het is een talent' mag wel. 'Ik ben slecht' mag niet. 'Het is mijn leerpunt' mag wel. Als je iets wilt aantonen en je zegt: 'volgens anderen', vindt men dat zwak. 'Volgens mijn beste vriendin' kan nog net.

Kortom, we hebben het vergelijken nodig om onzelf beter te leren kennen (of uberhaupt ook maar iets over onze valkuilen en talenten te kunnen zeggen). Ondertussen moeten we goed nadenken over hoe we deze vergelijkingen verwoorden. Je moet de kunst verstaan van het vergelijken zonder te generaliseren. Maar dat is vooral een woordenspel, is het niet? Misschien. Of soms...denk ik. Of het is nog mijn leerpunt, dat kan ook. En anders is het de cultuur hè...

***

Dagschema

* Elke dag een babystapje nemen naar het verwezenlijken van je doel.
* Elke avond jezelf vragen: wat heb ik vandaag aan mijn doel gedaan?
* Jezelf prijzen voor dat ene ding, dat babystapje, dat je genomen hebt.
* Je realiseren dat dat stapje net zo waardevol is als het doel dat je hebt.

***

woensdag 20 augustus 2008

Fotopressie

Een tijd geleden maakte een vriend van mij foto's voor het cd-boekje van mijn muziekproject. Helaas bleek ik niet de meest fotogenieke persoon te zijn, of ik miste ervaring, dat kan ook. Een ex-collega van mijn zus maakte nieuwe foto's. De poses die hij voor mij had bedacht op zijn bed bleken echter niet tot geweldige resultaten te leiden. Een vriendin van een vriend nam de klus over. Dat ging prima, ware het niet dat ik mezelf toen een kapsel had aangemeten dat me niet stond. Na haar fotoshop-werk bevond ik mij in een omgeving vol bloemen, kijkend naar een vlinder, echt kunstig. Ik was alleen niet meer 'mij' op de foto.

Mijn cd is inmiddels af, maar het boekje niet. Een goede visagiste wil meewerken, heel lief, maar er missen nog twee belangrijke ingrediënten: een fotograaf en een idee. Ik ken wel een vrouw die erg goed kan fotograferen, maar ik zou echt niet weten hóe dan. Wat past bij mijn gezicht én bij de muziek? En ben ik stiekem gewoon écht niet fotogeniek?

Ik hoop dat ik het snel uitvogel, want ik wil dat de cd uitgebracht kan gaan worden. Wie een idee heeft - ik hoor het graag. Ik ben in het bezit van een goede, uitgebreide garderobe (en genoeg schoenen), acteertalent en uithoudingsvermogen. Nu DE foto nog...

***

dinsdag 19 augustus 2008

De rookcirkel

Ik wil al jaren stoppen met roken. Soms lukte dat even, maar écht er vanaf was ik nooit. Telkens is er weer dat ene 'ding' dat ervoor zorgt dat ik stoppen nog geen goed idee vind. Zo ook nu - ik ga bijna op vakantie. Ik zie mezelf al op vakantie zitten, denkend aan de sigaret, emotioneel. Dat zou ik zonde vinden van mijn vakantie. Na de vakantie dan - dat moet toch gaan lukken? Tja, na de vakantie voelt nog zo ver weg, dus dan lijkt het makkelijker...

Daarvoor waren er allerlei redenen waarom ik niet stopte: een feestje, een nare situatie, minder gaan roken, wachten tot na oud en nieuw, nog drie pakjes kopen en dan (zgn) stoppen, goedkopere sigaretten gaan roken, etc. Het zijn allerlei creatieve gedachten van het nicotine-monster - ik hoef slechts naar mijn sigarettenverslaving te kijken om te beseffen hoe creatief de geest is.

Voel ik mij schuldig? Alleen als ik in bed lig en ik rook níet. Als ik rook dan doe ik dat bijna op de 'automatische piloot' en elke sigaret is er natuurlijk 'maar' eentje. Elke sigaret voelt dus 'maar' als zo'n piepklein stapje naar eventuele ziekten, dat ik het nauwelijks de moeite waard vind om me er druk over te maken. Het lastige is wel dat ik graag rook als ik schrijf en ik schrijf nogal veel...

Goed, na de vakantie ga ik stoppen dus. Ik durf geen datum te noemen want ik ben bang om mezelf teleur te stellen. Als ik mezelf niks beloof kan ik ook geen belofte breken immers... Mijn oma zei vroeger dat je direct kunt stoppen als je het echt wilt. Zelf was zij nooit een roker geweest en ik vond haar woorden te simpel. Nu moet ik bekennen dat ze misschien wel gelijk had. Ik wil niet écht. Nog niet...

***

maandag 18 augustus 2008

Jumbo & Lion

Voor Cyrina,
Omdat ik op je poezzies pas
en jij ze dus even moet missen,
hierbij twee foto's...


































Emoties - van je kind of van jou?

Jonge kinderen zijn zeer gevoelig voor de emoties van hun ouders. Als ouders een dagje vermoeid zijn gaat een kind zich al anders gedragen.

Er zijn risico's verbonden aan het bestaan van deze sterke emotionele band. Wanneer ouders hun eigen emoties terugzien in hun kind, kunnen zij veronderstellen dat het kínd deze emoties (ook) op zichzelf ervaart. Bij een naderend afscheid bijvoorbeeld, is dit gegeven goed zichtbaar. Hoe moeilijker de ouder afscheid neemt, hoe moeilijker dat ook voor het kind wordt. Als een ouder verdrietig is over een afscheid, kan het kind bovendien schuldgevoelens ontwikkelen richting de verdrietige ouder.


Het is belangrijk om je als ouder regelmatig af te vragen welke emoties bij jezelf horen en welke bij je kind. Als je daar niet zeker van bent, laat je eigen emoties dan even voor wat ze zijn en kijk wat dat met je kind doet. Blijven de emoties van je kind hetzelfde, of verdwijnen ze als sneeuw voor de zon wanneer jij je emoties even bewust opzij schuift?

Zo kende ik een vader die elke avond lang bezig was om zijn kind naar bed te brengen. Steeds bleef zijn kind hem roepen en deed dat op een dwingende, emotionele manier. De vader zat, tussen het roepen door, onrustig op de bank, zijn oren gespitst. 'Hoor ik Frank nu?', zei vader vaak en hij liep al naar de deur als de huilende wind leek op de stem van zijn kind. Ik vroeg hem: 'Wie heeft het eigenlijk nodig om steeds naar de slaapkamer te rennen - jouw zoon of jij?'. Na een gesprek hierover zag de vader zijn eigen behoefte. Hij wilde zo lang en zo vaak mogelijk iets betekenen voor zijn zoon.

Ik kende een moeder die het heel moeilijk vond om afscheid te nemen van haar dochter. Dat was lastig, daar ze gescheiden was en dus afscheid moest nemen als haar kind naar haar ex ging. Pas toen zij haar verdriet onder controle hield, en puur keek naar hoe haar kind de overdracht op zichzelf ervaarde, kwam er meer rust. De moeder kon opener kijken naar wat vader hun kind te bieden had. Daardoor kon (en mocht) het kind ook blijer zijn, in plaats van het gevoel van gemis van de ouders zélf 'over te nemen'.

Niet alle emoties van het kind mogen dus op het kind zélf worden geplakt. Kijk wat je er als ouder aan bijdraagt en voorkom (zoveel mogelijk) de projectie van eigen emoties. Dit voorkomt tevens onrealistische (over)bezorgdheid, zoals ik die regelmatig bij ouders zie.

Kinderen hebben écht een heel eigen karakter, ze zijn geen verlengstuk van jezelf. Soms is het fijn om naar overeenkomsten te kijken om begrip voor je kind te vergroten, maar de valkuil blijft om je kind daardoor teveel te sturen in emotie. Je kind beleeft de wereld nou eenmaal anders dan jij. Je kind leeft bijvoorbeeld vaker in het 'nu' - emoties zijn daardoor van meer tijdelijke aard. Besef dat je kind makkelijk jouw emoties overneemt en leer zien wanneer daarvan sprake is. Dat maakt voor jullie beiden dat emoties niet versterkt (dreigen te) worden of dat het kind van zijn eigen(lijke) emoties afdwaalt.

***

vrijdag 15 augustus 2008

Kenmerken familiesekte

De leider
In een sektarisch gezin is er één onbetwistbaar gezinshoofd (de hierna te noemen 'leider'), die heel dominant is en zichzelf ziet als de enige echte 'wetende'. Hij/zij heeft het zogenaamd altijd bij het rechte eind. Andere meningen worden door de leider als minderwaardig gezien en worden afgebroken. De leider speelt op een ongezonde manier de baas en duwt (op subtiele wijze) mensen uit de weg die tegengas geven. De andere leden van het gezin moeten altijd 'ja' knikken, anders onstaan er spanningen en ruzies. Als je probeert in een dergelijk gezin de leider te corrigeren, dan zal je snel merken hoe de vork in de steel zit.


'Uber'-gevoel
Typisch bij deze familiesekten is, dat ze altijd zeggen het énige goede te doen en dat zij weten hoe alles écht in elkaar zit (!). Mocht een hogere (rechterlijke) macht hen op het matje roepen, dan schieten zij direct in de slachtofferrol en praten ze alles goed wat er gebeurd is. Dit doen ze óf met veel harde woorden óf met veel tranen - in beide gevallen nemen ze de ruimte van anderen buiten het gezin vollédig weg. Nergens kunnen zij iets aan doen en hun gevoelens zijn altijd de oorzaak van iemand buiten het gezin. Voor alle emoties/situaties die zij als onplezierig ervaren krijgt een ander (vaak ook een 'ex'-gezinslid, hierna te noemen 'afvallige') de schuld. 'Het gaat niet goed met ons en dat komt door....(vul iemand buiten het gezin in)'. De leider heeft dat aan de familieleden geleerd. De leider zal alle gezinsleden en zeker ook nieuwe gezinsleden direct en regelmatig confronteren met de zogenaamde 'slechtheid' van de buitenwereld en die van de afvallige gezinsleden.

De afvallige
Als een leider het gevoel heeft dat iemand zijn/haar rol doorziet (of niet accepteert) dan zal hij/zij alles op alles zetten om deze persoon binnen het gezin in een zeer kwaad daglicht te zetten. De leider wil er zeker van zijn dat gezinsleden geen plezierig contact meer hebben met de afvallige. Zelf zal de leider, gek genoeg, wél nog regelmatig contact zoeken met de afvallige, om angst bij de afvallige te vergroten en te controleren hoe het contact met andere gezinsleden verloopt. De leider zal bovendien nog steeds proberen om vat te hebben op de afvallige en zijn/haar stempel willen drukken op diens keuzes en gedrag.

Controlefreak
Dit alles verpakt de leider in de 'mantel der liefde', maar zijn/haar hart is koud en beschadigd. Zelf hebben deze leiders vaak hele traumatische dingen meegemaakt, zoals verstoting door eigen ouders, of langdurige heftige beschadiging van zijn/haar vertrouwen in andere mensen die dichtbij hen stonden. De drift om te controleren (en te perfectioneren) heeft daardoor ernstige en zeer schadelijke vormen aangenomen.

Gebrek aan vrijheid
Een ander teken van een sektarische familiestructuur, is dat gezinsleden geen persoonlijke vrijheid voelen. Gezinsleden, en nieuwelingen die opgenomen worden in het gezin, verliezen langzaam meer hun eigen persoonlijkheid. Van liefheid voor de buitenwereld mag geen sprake zijn als je in de familiesekte vertoeft. Anderen in je leven hebben je immers slecht behandeld, zo spreekt de sekteleider. Eén positief woord over een afvallige kan een storm aan boze reacties oproepen. Een heftig negatieve houding wordt juist gestimuleerd en aangemoedigd.

De Sinterklaas-tactiek
Als je een familiesekte betreed en je houd je aan de regels van de leider, dan word je binnengehaald alsof je Sinterklaas bent. Er wordt tegen je gezegd dat je de perfecte persoon bent voor gezinslid die-en-die, je krijgt presentjes, zorg, aandacht en er wordt spoedig een intieme sfeer gecreëerd. De leider vertelt je enkele 'geheimen' over zichzelf en andere gezinsleden. Omdat andere gezinsleden wel weten dat de leider een losse tong heeft, voelen ze angst als het nieuwe gezinslid zijn/haar kont in de keer zet tegen de leider, want ze hebben geleerd dat kennis macht betekent. De leider draagt zijn/haar zgn. kennis immers voortdurend uit, hetgeen onderdeel is van zijn/haar machtspositie. Aan de andere kant vertelt de leider 'geheimen' om informatie los te krijgen van nieuwe gezinsleden én omdat hij/zij eigenlijk (onderbewust) om hulp schreeuwt.

De rol naar buiten
De leider is absoluut geen persoon die vergeet & vergeeft. Nare herinneringen en situaties, zelfs die van tientallen jaren terug, worden in het heden nog altijd met veel emotie en rancune verteld. De leiders lijken vaak veel evenwichtiger dan ze zijn, omdat ze leven in extremen en ook de vrolijke kant van deze personen komen als zodanig naar voren. De leider maakt grapjes en lacht veel en hard. Op het eerste gezicht kunnen ze zich als zeer sociale individuen voordoen, met het hart op de juiste plaats en een dijk aan inlevingsvermogen en mensenkennis. Ze komen netjes en opgeruimd voor de dag en besteden veel tijd aan uiterlijke zaken. Vaak kampt een dergelijke leider ook met verslavingsproblematiek, maar elke confrontatie daarmee van anderen wordt als 'onwetend' en 'onzin' afgescheept.

Manipulatie en het 'broed-syndroom'
De leider is er een absolute ster in om alles 'om te draaien'. Woorden van zowel gezinsleden als de buitenwereld worden tegen hen gebruikt, verdraaid, gemanipuleerd en vaak ook simpelweg ingevuld en verzonnen. De leider is snel van tong en komt daarom geloofwaardig over, zeker omdat de leider ook met (eigen) emoties weet te spelen en bedachte rollen weet aan te nemen, vaak (geheel) onbewust. Als je de leider niet snapt, dan snap je HET nog niet, kortom: dan ben je dommer en onvolwassener dan de leider (vindt de leider). Dan zal de leider jou aanpraten dat jij juist zwak en beschadigd bent of niet zelfstandig met iets om kunt gaan. Hij/zij vraagt om een grote mate van afhankelijkheid van gezinsleden. Geen enkel probleem wordt níet door de bril van de leider bekeken en de leider zal het probleem zelf op willen lossen, of daar in ieder geval steeds in grote mate bij aanwezig willen zijn. Vaak ook onderneemt de leider óngevraagd (ongewild) acties die (verstrekkende) gevolgen hebben voor de levens van gezinsleden.

De angstige schreeuwer
In deze familiesekten is het typisch dat de levensstijl van (ten minste) de leider niet overeenstemt met wat de leider roept. Hij/zij heeft veel mooie woorden, maar heeft in zijn/haar eigen leven juist tegenovergestelde gedragingen laten zien. Meestal is er sprake van emotioneel en mentaal misbruik (zoals manipulatie en intimidatie). De leider zal subtiel mensen tegen elkaar in het harnas jagen, meerderheidspolitiek toepassen en wantrouwen bij gezinsleden kweken. Zelfs kan de leider de anderen leren (of actief uitdragen) dat niemand hen zo goed snapt als de leider. De leider houdt (het allermeest!) van de familieleden en weet wat goed voor ze is. 'Fouten' van familieleden had de leider naar eigen zeggen altijd al voorzien/voorspelt. De leider kijkt ook erg negatief en angstig tegen veranderingen aan.

Zelfreflectie
Een goede manier om te achterhalen of leiding oké is, is door te kijken of hij/zij in staat is om eigen tekortkomingen te zien, uit te dragen en er zichtbaar wat mee te doen. Iemand die niet corrigeerbaar is, zal veel schade aanrichten, omdat zijn/haar fouten door niemand kunnen worden aangepakt. Eén van de meest nare eigenschappen van zo'n soort leider is, dat hij/zij je op subtiele wijze dwingt contacten met anderen die tegengas geven te verbreken. Vooral wanneer die 'anderen' dingen zeggen die tegen hun invloed ingaan. Dat is voor zo'n leider het meest enge wat kan gebeuren en daarom onverdraaglijk.

dinsdag 12 augustus 2008

Jehovah's Getuige, mag ik ook iets zeggen?

Schrijver: J.G. Fijnvandraat

Fijnvandraat heeft een boek geschreven waarmee hij op 'bijbelse gronden' een paar belangrijke leerstellingen van Getuigen tracht te ontkrachten en deze met vele 'bewijzen' uit de bijbel weerlegt. Dit doet hij met veel bijbelkennis en hij richt zich rechtstreeks op de Getuigen. Ik heb echter het gevoel dat de schrijver soms zelf ook de draad kwijtraakt. Mijns inziens heeft hij wat te lang nodig om iets te 'bewijzen', waardoor het soms juist zwakjes overkomt. Er staan zeker hele goede punten in, maar wat mij betreft ook teksten en beweringen die vraagtekens oproepen of mij het gevoel geven dat Fijnvandraat zelf ook niet erg positief naar de mensheid kijkt vanuit zijn geloof. Een goed punt vind ik dat Fijnvandraat op pagina 33 schrijft dat de leer van de Drie-enige-God 'belachelijk wordt gemaakt' door Getuigen, en wel met de som 1+1+1=1. Hij schrijft vervolgens: 'Deze som klopt in bepaalde gevallen wel: één lijn plus één lijn plus één lijn is één driehoek'. Aan de andere kant is de manier waarop Fijnvandraat in zijn boek zijn geloof uitdraagt soms net zo dwingend als Getuigen doen. Zo schrijft hij op pagina 70: 'Deze leer is eveneens een lastering van de Zoon (Matth. 12). Gelukkig echter is er zelfs voor die lastering vergeving en ik roep u dan ook dringend op deze dwaalleer af te zweren en u met berouw tot God en Christus te bekeren om vergeving te ontvangen'. Dit soort teksten (ook te vinden op pagina 91) roepen bij mij een 'pot-verwijt-ketel-gevoel' op. Sterk vind ik dat Fijnvandraat uitspraken en gissingen van Russell en Rutherford weergeeft die inderdaad laten zien hoezeer de leerstellingen van Getuigen in de loop der tijd veranderd zijn en hoe zij de botte bijl in het fundament van het christelijk geloof hebben gezet (pag. 71-73). Het is duidelijk dat Fijnvandraat zich goed heeft verdiept in de leer van de Getuigen. Ik heb er zeker wat van opgestoken en voor eenieder die het niet erg vindt dat het geen makkelijk leesboek betreft, maar de schrijver puur (bijbelse) informatie wil uitdragen, een aanvulling.

***

maandag 11 augustus 2008

Verbeter je relatie niet

Er wordt veel geschreven over hoe je een relatie in stand kunt houden. Blijft een relatie niet sowieso in stand als het goed voor je is? Als problemen ondergeschikt zijn aan vreugde? Als ik naar mijn eigen relatie kijk dan zie ik dat het niet een kwestie is van: hoe houd ik het in stand. Het is een kwestie van: ik krijg het (nog) niet voor elkaar om het naar de klote te helpen.

Ik heb geleerd dat het belangrijk is om je op de mogelijkheden van je relatie te blijven focussen. Dingen waar je elkaar niet in kunt vinden doen er niet toe. Hier toch naar blijven zoeken maakt ontevreden. Je verwacht toch ook niet van anderen dat ze je altijd begrijpen? Of dat ze geloven wat jij gelooft? Pas als je echt voelt dat dat binnen je relatie ook geen probleem is, is het dat ook niet meer. Dat geeft ruimte.

Waarom zouden we hogere verwachtingen koesteren van onze partner dan reeël is? Dat neemt kostbare tijd in beslag die besteed had kunnen worden aan haalbare zaken. Open je ogen, zie wie de ander is en geniet van de mooie ingrediënten van je relatie. Als je dat beiden doet dan voel je je gezien en geliefd door elkaar.

Een discussie hier en daar is heerlijk, mits je beseft dat je in de meeste discussies meer bezig bent om jezelf te overtuigen dan de ander. Je geeft voornamelijk je eigen standpunten meer 'body' - die van de ander zijn 'out of reach'. Het werkelijke verschil tussen jullie standpunten is dat die van jou jouw leven logischer maakt en die van de ander zijn of haar leven logischer maakt.

Je verbetert je relatie dus niet door het te willen verbeteren. Je verbetert je relatie juist door los te laten dat het beter zou moeten. Dan geef je elkaar het vertrouwen dat je jezelf mag zijn.

***

zondag 10 augustus 2008

Jezelf verliezen door adviezen

Je kunt een ander niet iets leren wat je zelf nog niet geleerd hebt. Dit klinkt logisch, maar hoe vaak proberen we dat wel niet? Andersom geldt hetzelfde. Denk eens aan een paar adviezen die je van mensen hebt gekregen. Vraag je af of deze adviezen kwamen van mensen die het gezegde zelf zichtbaar in de praktijk hadden gebracht.

Hoe goed mensen hun advies ook bedoelen, ze kunnen het pas overbrengen als ze zelf doorleeft hebben wat de gevolgen zijn van het in praktijk brengen van hun advies. Zo niet, dan is het advies niets meer dan een hypothetische suggestie: goed klinkende, maar 'lege' woorden van een zelf hierin zoekend persoon. Dat kan wel wat toevoegen, mits je beseft dat die woorden vooral gaan over de 'adviseur' zelf en minder over jou.


Wat is het gevolg van een dergelijke suggestie als we het aannemen als gedegen advies? Dan zullen we de boodschap krijgen dat ‘iets’ moeilijk is, of dat het moeilijk is om de oorsprong ervan te achterhalen. Daarmee bedoel ik dat dergelijke suggesties alleen meer vragen oproept en meer gepieker tot gevolg heeft.


Een advies van iemand die zijn eigen advies doorleeft heeft voelt anders. Het betreft dan advies dat rust brengt en je het gevoel geeft dat iets juist makkelijker wordt. Het geeft je het gevoel dat je probleem of uitdaging minder zwaar is dan je voor het advies zelf bedacht.

Welk advies of welke suggestie mensen je dus ook aanreiken, en wie het ook is, blijf voelen of het je meer onrust of juist rust oplevert. Blijf voelen of het iets in je raakt dat vreugde geeft, of dat het iets raakt dat je meer doet twijfelen of piekeren.


Een ander kan je advies geven, of je iets vertellen over jezelf, maar alleen jij weet het antwoord en kent de (in)correctheid van andermans woorden. Vertrouw op je eigen antwoorden, ook als ze afwijken van hetgeen tegen je gezegd wordt. Jij bent vooral je eigen toetssteen, je eigen meester en je eigen leerling.

***

vrijdag 8 augustus 2008

Madenhulp

Op dit moment is mijn vriendje de oven aan het schoonmaken. Ja, ik weet het - ik ben zwak. Zonder pardon maakte hij de oven open, bewapend met handschoenen, een lepel en een pleerol. Monter opperde hij dat mijn oven nu heel schoon zal worden, oh, en in sommige landen éten ze maden. Momentje, ik moet even naar de wc en dan met gestrekte arm een schuursponsje aanreiken.

Wat een putlucht in de keuken en wat knap dat hij daarin durft te vertoeven. Na net weer een paar blikken op het kruipende spul te hebben geworpen ben ik gauw achter mijn computer gekropen.

Mijn vriend wil graag weten wát voor een ovenschotel het precies was. Ik antwoord smaakloos. Hij oppert, dat als ik de oven later pas open had gedaan, er honderden vliegen uit waren komen zetten. Dat beeld had zich reeds in mij genesteld. Ik had juist geprobeerd om het mijn hoofd uit te laten vliegen.

Ik kom de keuken in om een sopje met doekje aan te reiken, zegt mijn vriend: 'Ik hoor ze knappen tussen mijn vingers'. Ja schat, ik vind jou ook heel knap.

Tot slot nog het verhaal van het dekbed. Daar trakteerde mijn vriend mij zojuist op. Zijn grootouders hadden een nieuw donzen dekbed gekocht. Nachtenlang dachten zijn grootouders dat ze elkaar voor de gek hielden met gekriebel. Totdat het dekbed begon te zoemen. De fabrikant had zulke verse veren gebruikt dat er hier en daar nog wat bloed aan zat. Daar waren vliegen op af gekomen en de rest moge duidelijk wezen.
'Van 100% katoen. Maad in Holland'.

***

Gadverdamme

Vanmiddag had ik trek in een lekker warm stokbroodje uit de oven. Met ham en kaas maakte ik twee heerlijke broodjes klaar. Tijd om de oven open te doen. Nietsvermoedend trok ik aan de hendel. Gadverdamme! Maden in mijn oven! Ik gilde en gooide gauw de deur weer dicht. Ik dacht na en ik wist het. Dat smakelijke ovengerecht dat ik een aantal weken geleden had gemaakt... vergeten. Oepsie. Ik had een restje spul terug in de oven gezet met de gedachte: dat eet ik later deze avond wel op.

Het eerste wat ik deed was mijn moeder bellen, die immers al veel langer het huisvrouwenvak verstaat dan ik. Ze zei: 'Je kan beter je vader bellen. Wij hebben zoiets ook weleens gehad en toen vroeg ik hem om hulp. Ondertussen probeerde ik niet misselijk te worden'.

Haar eigen oplossing klonk echter ook plausibel. Dat ene gore ovenschoonmaakmiddel kopen. Daar gaan ze vast van dood. Zo gezegd, zo gedaan. Ik spoot dik, stinkend spul de oven in. Anderhalf uur later keek ik vol verwachting de oven weer in. Kut, de beesten keken terug! Ik alsnog mijn vader bellen. Had ik gewoon de oven áán moeten zetten. 'Dan kan je die beesten er daarna simpel met stoffer en blik uitvegen', zei mijn vader.

Wat ik nu nog kan doen is handschoenen aantrekken en de boel 'levend' schoonmaken, met mijn gedachten op nul. 'Kan ik niks anders meer doen dan pap?', vroeg ik smekend. 'Is het schoonmaakspul brandbaar?', vroeg hij. Ehhh.... ja dus. Shit. Mijn vader lachte. 'Nou, dan zit er niets anders op. Men neme een grote, glanzende lepel en...'. '....Ahhhgggg...!! Pap, stóp!'

Ik mijn moeder weer bellen. We hadden beiden medelijden met mij en met de zware taak die vanavond nog voor me in het verschiet ligt. Die eerste schep met de lepel... daar moet ik al niet aan denken. Ik zit nu al schrijvende de boel uit te stellen... Wish me luck.

(Neger)zoenen

Ik had nooit veel geld op de bank staan. Ik hield van snoep en spaarde nooit. Ik kocht vooral veel negerzoenen. Nadat ik een doos leeg vrat verstopte ik hem in mijn kamer, want ik schaamde me een beetje.

Op een dag kwam ik thuis van school en mijn moeder zei alleen maar: 'Kom jij eens mee.' Ik liep aarzelend achter haar de trap op. Mijn moeder stapte kordaat mijn slaapkamer in en rukte één voor één al mijn kastjes open. De lege zoenendozen flikkerden uit mijn toch al overvolle kasten. Het was eigenlijk zo'n stom gezicht dat mijn moeder en ik begonnen te lachen.
'Doe ze nou maar gewoon in de prullenbak', zei mijn moeder.
'Ik weet toch wel dat je ze eet' (..).


***

donderdag 7 augustus 2008

Krikkie

Ik-je keek geboeid naar dat kleine gekleurde vogeltje dat buiten voor mijn raam op het richeltje heen en weer trippelde. Heel voorzichtig sloop ik naar het raam en opende het. Daarna stapte ik achteruit en wachtte stilletjes af. En ja hoor, het vogeltje trippelde mijn kamer in. Snel deed ik het raam dicht. 'Mamma!'

Het was een dwergpapegaai en we moesten wel eerst kijken of hij al een eigenaar had. Niemand reageerde op onze advertenties. Ik blij. Ik noemde hem Krikkie. Ik had besloten dat hij kon leren praten, omdat hij immers een papegaai was. Mijn ouders vertelden mij dat dit niet gold voor dwergjes, maar ik bleef hoopvol. Elke avond zat ik voor zijn kooitje en herhaalde ik zijn naam. 'Krikkie. Krik-kie. Krik-kie'. Het beestje keek nieuwsgierig naar me, maar hij zweeg tot de dag dat hij doodging.

Die dag liet helaas niet lang op zich wachten, want toen wij op vakantie waren, heeft de dierenoppas hem om zeep geholpen.
Ze spoot antivlooienspul op onze kat, precies onder de bungelende kooi. Een paar uur later lag Krikkie met de pootjes omhoog. Hij was al begraven toen ik terugkwam en ik huilde.
Stomme oppasser!

Op beleefd gedrag van mij hoefde ze niet meer te rekenen als ze op bezoek kwam, zo nam ik me stellig voor. Helaas heb ik me daar, braaf als ik was, niet aan gehouden. Neem me niet kwalijk Krik.

***

Polygamie

Wil je een vrije relatie dan stuit je op onbegrip.
Afwijzing alom en men zegt: seksverslaafd.
Porno mag je pas zien als je achttien bent,
maar geweld in tekenfilms zie je zo vaak.


Als het om haat gaat, dan zien we dit elke dag
op het journaal en we huilen niet meer
van oorlog, verkrachting en rampen en doden,
maar als iemand vreemdgaat dan huilen we weer.

***

(N)iets?








Ik ben jaloers. Waarom kan ik niet braaf af en toe vasten en met mijn armen gestrekt vooruit schuifelen, om mijn hostietje in ontvangst te nemen? Waarom moest ik mezelf - jaren geleden al - zo nodig in het luchtledige werpen? Nu heb ik niets. Alles zou weleens kunnen kloppen en alles zou weleens onzin kunnen zijn. Meer geloof heb ik niet. Ik heb er wel de balen van dat ik tot de laatste seconde van mijn leven moet wachten voordat ik weet hoe het zit, als het al zo werkt.


Wat als er nou níets is? Regelmatig bekruipt mij de angstige gedachte dat alle - en dan bedoel ik alle - geloofsovertuigingen die er zijn, hun bestaan puur te danken hebben aan een stelletje uit 90% water bestaande schepsels die het niet kunnen verdragen dat ze verdwijnen als ze hun laatste adem uitblazen.

Wat kunnen mensen gaan doen, als ze in een periode zitten dat ze zwaar twijfelen op deze manier? Dan gaan ze spiritueel lopen wezen. Zo ook ik. Dan probeer ik het groter geheel te gaan zien.

Ook spendeer ik wat tijd aan puzzelen over de grote plaats die de bijbel inneemt voor velen. Wat me altijd opvalt zijn de verschillende opvattingen over bijbelteksten. Het eigenbelang blijkt men toch niet te kunnen uitwissen. Als het iemand volstrekt niet uitkomt, dan bedoelt de bijbel 'dat vast niet zo'. Dan 'staat het er ineens niet letterlijk'. Waarschijnlijk 'ligt het dan gewoon aan de vertaling'.

Tja, op onbekend geluk bijt ik mijn tanden stuk.

***

Ja, alles goed

Ik kan niet praten met mensen waarmee 'alles goed' gaat. Zo heb ik een buurtgenoot, een vriendelijke vrouw, maar steeds als ik haar tegenkom gaat 'alles goed'. Wat moet ik dan nog zeggen? 'Goh, vertel eens, wat gaat er allemaal zo goed?'. Nee dus - met haar zin vertelt ze mij precies wat ik daarna moet zeggen: 'Goh, wat fijn!'.

Mensen met wie 'alles goed' gaat zijn gesloten, that's all. Er is altijd wel íets waar we mee struggelen, nietwaar? Aan de andere kant bestaat het risico dat we met elkaar langer praten over wat er niet goed gaat, dan wat ons aan komt waaien. 'Er was weer brood in de supermarkt' is voor ons geen issue. Toch is het zonde dat we dus vergeten te kijken naar de dingen die ons voor de wind gaan.

Vanmorgen werd ik weer wakker, super hè.
Ik heb koffie voor mezelf gezet met gezuiverd water.
Mijn dochter kan sinds gisteren kuikentjes tekenen.
Ik heb een goed plekje bedacht voor de kattenbak.
Mijn rode paraplu past vandaag mooi bij mijn kleding.
Ik heb mijn boekenkast opnieuw ingericht.

'Ha die Marlies, hoe gaat het met jou?' 'Goed, ik heb een nieuw plekje bedacht voor de kattenbak, namelijk op het balkon. Dat scheelt vieze geurtjes in huis. Ik ben er trouwens zojuist achter gekomen dat ik het raam in de huiskamer nog open had staan terwijl het is begonnen met regenen. Nu is een deel van de vloer en mijn dvd-speler nat geworden. Dus als je me wilt excuseren, ik heb werk te doen'.

Nee, zo zou ik ook niet met mezelf kunnen praten...

***

Neem me niet kwalijk

'Sorry'. Ik kijk verbaasd op. Wie stoort mij in mijn concentratie? Ik weet zeker, als deze mevrouw geen sorry had gezegd, dat de laatste minuut die ik nodig had om een lekker kaasje uit te zoeken heel wat prettiger was verlopen. Ze heeft een slank figuurtje - ze kan er toch makkelijk langs? En wat spijt haar eigenlijk? Haar daad of haar woord, dat er zo zonder nadenken uit floepte?

'Sorry'. Ik baal van mezelf. Ik was toch helemaal niet van plan om voor te dringen, waarom wek ik die indruk dan met mijn verontschuldigend woord? Om die meneer gerust te stellen? Zo rustig wordt hij er niet van, dus ik had beter kunnen zwijgen.

'Sorry'. Met een stuntelige zwaai zwiept zijn arm over mijn hoofd. We zijn met z'n tweeën en we hangen tegen elkaar aan op de bank. Waarom zegt hij sorry? Dit akelige woord moet niet belangrijker worden - het penetreert nu zelfs al mijn liefdesleven. Ik ben juist blij dat hij een arm om me heen slaat. Dat sorry maakt het belachelijk.

'Sorry'. Ik kijk opzij naar mijn dochter. Ze mag dan jong zijn - 'sorry' zegt ze wel. 'Lieverd, het geeft niet. Je mag heus wel om een koekje vragen, alleen krijg je er nu geen'.

Dus het spijt me wel, maar ik 'sorry-nieh'.

***

woensdag 6 augustus 2008

Het rookspel

Mijn moeder wilde laatst op een terras gaan eten... mocht ze niet onder een parasol roken. Bij een ander restaurant kreeg ze dezelfde boodschap.
Goedemorgen. Dit hele rookgebeuren heeft hele drastische vormen aangenomen. Ondertussen rijden we in onze stinkende auto's en vragen we ons af waar al dat gehoest nou eigenlijk vandaan komt.


Eerst krijgen we een hoop berichten en films door onze strot geduwd die moeten aantonen hoe wij de wereld ongezond maken. Vervolgens blijken wij door deze media te zijn klaargestoomd om een zondebok aan te wijzen: de rokers maken ons allemaal ongezond. Dat geloven velen en dus is duidelijk hoe makkelijk zij zichzelf hebben laten hersenspoelen door de media. De regering zet hoog in, volgens mij omdat ze ergens 'in het midden' uit willen komen. Als onze regering gelijk het voorbeeld van België had gevolgd, dan mochten we nog overal roken waar geen eten werd verkocht.

Maar goed, ook dan hadden mensen geklaagd en dus beginnen we in ons landje zo streng mogelijk. Dan lijkt het straks, als de regels weer iets versoepelen, alsof we een kadootje krijgen van de regering. Dit is mijn voorspelling.

Wees dus maar gerust, die parasol-regel wordt echt verleden tijd. En dan lijkt het tenminste alsof we blij mogen zijn, terwijl we in den beginne alles hebben moeten inleveren.

***

Dagboek van Britney Spears

Als ik opsta is het alsof ik haast ontplof. Hoe durfde hij dat over me te zeggen? Hij zei dat hij van me hield, maar nu wil hij macht over mij houden door de kinderen bij me weg te houden. Alle mensen die geloven dat ik een slechte moeder ben zijn dom, dat weet ik wel, maar ik mis mijn jongens zo...

Het gaat me om mijn kinderen, ziet niemand dat? Alles wat ik fout gedaan zou hebben wordt gigantisch opgeblazen. Als ik dan in een inrichting beland omdat ik flip, zeggen ze: 'Zie je wel, ze kan geen goede moeder zijn'. Maar het was andersom! Ik flipte omdat ik daarvoor al geen moeder mócht zijn en ik moest toestaan hoe mijn kinderen mij werden afgenomen. Dat ik toen ging vechten voor mijn kinderen hebben ze tegen mij gebruikt! Zo kan ik het ook!

Een zogenaamde misstap en de hele wereld heeft een oordeel. Een keer drugs gebruiken en de hele wereld noemt mij verslaafd. Kijk allemaal naar jezelf. Mijn ex maakt gewoon handig gebruik (lees: misbruik) van reporters om mij in een kwaad daglicht te zetten... en ondertussen doet hij alsóf hij dat niet doet.
Snap dat nou eens wereld...

***

Be-moeder-en

Er is iets dat mannen onderling beter doen dan vrouwen onderling. Mannen bemoeien zich minder met elkaars kinderen. Dat 'gemiep' van vrouwen onderling is wel een eeuwig terugkerend verschijnsel.

Vrouwen lijken zich makkelijker in elkaar gebied te bewegen dan mannen. Die territorium-geest van mannen missen wij een beetje...
'Nou, ik laat hem altijd eerst even huilen hoor, want anders...' 'Ik snap niet dat zij...' 'Roosvicee is veel beter dan appelsap. Als je dat vaak geeft dan...' 'Kijken jouw kinderen daarnaar? Ik vind dat geen goed programma, want...' 'Ja, het is ook niet zo gek dat haar dochter nog steeds verkouden is. Je moet gewoon gelijk...'
Bluh.

***

Deel script A - 1/2

Langzaam opende Terry haar ogen. Ze lag in een vreemd bed, in een vreemde omgeving, maar het interesseerde haar geen biet. Ze had toch geen zin in haar leven. Als ik nou eens doe alsof ik niet meer weet wie ik ben? Ze bedacht alvast een nieuwe naam voor zichzelf. 'Angelina' leek haar wel aardig. Ze keek eens voorzichtig rond in haar nieuwe leven. Een rommelige mannenkamer, mwuah. Er zou zo vast wel iemand naar haar komen kijken, maar wíe kon haar niet zoveel schelen. Deze persoon had niet eens de moeite genomen om de plakkerige kleding van haar lijf te stropen, dus erg gevaarlijk kon hij niet zijn. Ze hoorde voetstappen op de trap, juist op het moment dat ze weer half was weggedommeld.
'Hey kreng, ben je wakker?' Ze trok verbaasd haar wenkbrauwen op. Kreng? Die naam had ze nou net niet voor zichzelf in gedachte.
'Mijn naam is...' Ze stokte toen ze zijn gezicht zag. Die dikke uit de voetbalkantine. Mijn God! Ze voelde zich kleiner worden, terwijl hij spottend op haar neerkeek.
'De stoel is nog in orde juffie, mocht het je interesseren.' Nee dus.
'S-sorry voor toen', hakkelde ze. 'Ik was in een klotebui.' Hij zweeg. 'Heb jij nog een vrouw gezien toen je me oppikte?' Hij zweeg. 'Hartelijk bedankt voor de moeite.' Hij perste zijn lippen op elkaar. 'Hallo? Ik mag je toch wel wat...'
'Menéér voor jou', brieste hij ineens. 'En donder op uit mijn bed. Je stinkt, weet je dat? Flikker op.' Ontzet door zijn harde woorden sprong ze gauw uit zijn bed. Eén blik op haar lichaam zei haar dat ze er zelden zo verrot had uitgezien. 'Hier hebbie een handdoek. Ga douchen', beval hij haar. Ze opende haar mond weer om een vraag te stellen, maar plofkop verliet de kamer al.

***

Deel script A - 2/2

De eenden maakten ruzie, altijd. Ruzie om elke kruimel die niet egoïstisch in eigen snavel verdween. Een jongetje van een jaar of twaalf zat aan de waterkant met een hengeltje, prutsend, onrustig, af en toe kijkend naar zijn emmertje bange buit om de moed erin te houden. Hij keek op toen hij Terry's blik op zich gericht voelde, lachte onzeker, rimpelde zijn neus naar het rimpelende water, haalde zijn schouders op. Terry zakte onderuit op het bankje, Marco naast haar. Mijn vader houdt ook van vissen, ja toch? Ze wist het niet meer zeker. Ze keek naar Marco, maakte een opmerking over zijn nieuwe schoenen, hij keek trots en daarna ondeugend, terwijl hij een hand in zijn jaszak stak. Een joint, hmm, dat vond ze een strak plan. Lang geleden dat ze zo'n ding had gezien. Nadat ze was uitgesloten, en nadat ze maanden later haar stapel Wachttorens huilend in de fik had gestoken, was de eerste joint om het hoekje komen kijken.
Hard gekwaak rukte Terry weg uit haar herinnering. Twee eenden in de vijver spartelden, hun groene koppies verdwenen onder water. Marco stak behoedzaam de joint aan, nam een hijs, vroeg speels:
'Ken je die mop van die wegwerphengel?'
'Weggeworpen?'
'Eh, ja.'
Terry probeerde niet eens te glimlachen. Ze keek opzij naar Marco en voelde zich klote, leeg. Trouwen. Sukkel. Die twee woorden herhaalden zich een paar keer in haar hoofd.
'Hai Marcha, van harte gefeliciteerd. Trouwens, als ik jou was, zou ik Marco vragen om condooms gelijk weg te gooien na gebruik. Vorige week liet hij zo'n ding op mijn nachtkastje liggen, vies hè.'

***

dinsdag 5 augustus 2008

Het koninkrijk dat niet kwam...

Schrijver: Joseph Wilting

Kijkend naar de foto van deze schrijver vond ik hem sympatiek overkomen en dit gevoel groeide per gelezen bladzijde. Wilting schrijft allereerst over de geschiedenis van het Wachttorengenootschap. Dit heeft hij helder verwoord. Na 12 pagina's is mij volkomen duidelijk met wat voor een soort organisatie ik te maken heb. Interessant zijn de stukken over de persoonlijke levens van de verschillende presidenten. Daarbij bekruipt mij regelmatig het 'oei-gevoel'. Zeker wil ik melden dat deze schrijver daarbij zonder rancune schrijft en ook in de rest van het boek kan ik hem hierop niet betrappen. Integendeel. Het is een eerlijke weergave van zijn 40 jaren als Jehovah's Getuige met liefde voor de medemens en zeker ook voor de Getuigen die nog in de organisatie zitten. Hierbij schuwt hij emotie niet. Hij geeft zichzelf bloot. Hij vertelt uitgebreid over zijn jeugd en laat hierbij niet weg waar hij zich voor schaamde, wat hem pijn deed of vreugde gaf, wat zijn angsten waren, enzovoort. Daardoor wordt het geheel een levendig en gevoelig relaas. Tussendoor zet hij achtergrondinformatie over de organisatie, relevant voor (de voortgang van) zijn verhaal, in kaders. Wilting groeide op in Nederland en bracht ook vele jaren van zijn leven door in Noorwegen. Hij bekleedde verschillende functies binnen de organisatie, van pionier tot ouderling tot kringopziener, in verschillende gemeenten. Hoe hoger zijn positie werd, hoe meer hij geschokt was door de omgang tussen Getuigen onderling, maar voorál de opstelling van ouderlingen en andere Getuigen in een machtspositie naar de 'gewone' Getuige. Hij omschrijft de angst, het wantrouwen en de niets ontziende houding die mannen in een machtspositie aannemen. Daarbij laat hij zijn eigen (strikte) houding (als o.a. ouderling) t.o.v. de leer niet weg en laat hij mij als lezer begrijpen hoe diezelfde organisatie (tegelijkertijd) zoveel macht op hem kon uitoefenen. In het kort komt het erop neer dat Wilting in dit boek wist vast te leggen hoe hij een persoonlijke transformatie onderging toen hij in de organisatie stapte en de transformatie die nodig was om later de organisatie weer los te kunnen laten. Wie dit boek niet heeft gelezen mist een ervaring naar de psychologische diepte die de leer van de organisatie tot gevolg heeft, zowel tot uiting komend in (alle) relaties als in (totale) levensinvulling.

***

De nieuwe baan

Je durfde het, ik ben zo trots
Je straalt, je gelooft het bijna
Dat echt jij het was, jij alleen
Jíj stapte over je angsten heen

Je dacht even dat je het niet kon
Je sputterde, je huilde
Het was te lang geleden, zei je
Je voelde toen nog niet dat vrije

Een mooie tas, een handig boek
Je draagt een prachtige ver-pak-king
Ook thuis gaat alles sneller nu
Je loopt zelfs vooruit op deja-vu

Het bleek dat jij al zoveel weet
Je knipperde met je ogen
Al na een dag gaf wat je zag
jou reden voor een vrede-lach

De rust is in jouw weer-gekeerd
De zon is terug op jouw gezicht
Ik denk dat dat heel lang zal duren
Nu jij jezelf zo goed kunt sturen

Je durfde het, ik ben zo trots
Je straalt, je loopt op wolken
Nu leef je dichter bij je hart
Jij gaf niet óp voor deze start

***

Trouwen

Mijn zus heeft een doos in de auto, voor het geval dat ze gewonde dieren tegenkomt. Al ziet het dier er nog zo gaar uit, ze zal altijd uit de auto stappen om zijn levensverwachting te peilen. Een jaar geleden verhuisden mijn ouders van een boerderij naar een knus huisje aan het bos en zo adopteerde mijn zus de kip en de kalkoen. Haar vriend bouwde een luxe hok voor ze. De scharrelaars zijn zo tam dat je bijna over ze struikelt en de kip glipt, als je niet uitkijkt, hun huis in op zoek naar een lekker plaatsje in de huiskamer. Ze eten graag kattenbrokken en dat is handig, want hun veel kieskeuriger kat laat de boel regelmatig staan.

We hielden van paardrijden. Vroeger reden we vaak samen. Met 'samen' bedoel ik echt sámen, op één paard. Ik was meestal de lul en zat dan achterstevoren achterop. Het betreffende paard was megagroot dus we vonden dat dat wel kon. Mijn zus stuurde hem handig tussen de bomen door en zelfs over stammen heen, terwijl ik niets zag, behalve een paardenkont. We hebben ook eens geprobeerd om drie ezels te berijden, maar zand werd ons deel. Verder droomden we over het circus en we oefenden alvast. We deden kunstjes op de rolschaatsen, op de fiets en ter paard. Ook sprong mijn zus vaak, bij wijze van kunstje, op míjn rug.

Ik heb maar één zus en twee broers. De jongste is net vijftien geworden. Hij is een lieffie. Ik herinner me nog zijn eerste verliefdheid. Hij zat in de auto naast me en had het meisje van zijn dromen aan de telefoon. Hij klonk ineens zo volwassen en zorgzaam. Ik hoorde hem zeggen: 'Ja, ik wil jou wel verkering vragen, maar dat vind ik niet romantisch via de telefoon'.

Nu is het dan zover - mijn zus gaat bijna trouwen. Ze heeft de mooiste jurk uitgezocht die ze zich maar kon wensen en ik heb haar geassisteerd met mijn commentaar. Mijn toekomstige zwager is een schatje. Ik heb er een tijd over gedaan om uit te vinden of ik hem mijn mooie zus echt gunde, maar hij is een prachtige persoonlijkheid - ik kan niet anders zeggen.

Samen met zusje bakkeleien over het vrijgezellenbestaan zit er dus niet meer in. Spontane logeerpartijen werden minder spontaan. Al die telefoontjes om niets werden minder telefoontjes om een reden. We gaan binnenkort wel een paar dagen weg samen, maar net tijdens die dagen is haar verloofde ook elders. Zo gaat dat en ik weet: dat is logisch en 'oh-zo-normaal'.

Oké, en mag ik nu na mijn begrip, mijn blijdschap en die logica eventjes sippen? Ik ben nou eenmaal een doetje. Stoerder word ik niet. Als je huilen moet dan moetje. Ik huil een liefdeslied.

***

maandag 4 augustus 2008

Zwemparadijs 'de Zwoer'

Driebergen - De zomervakantie is weer begonnen. Natuurlijk wilt u gezellige activiteiten ondernemen. Dat kan in Zwemparadijs de Zwoer. Zij organiseren spetterende activiteiten voor het hele gezin, in de periode van 19 juli t/m 31 augustus. Zij hebben, speciaal voor u, energieke animators in dienst genomen. Zij zullen meerdere malen per dag de jeugdige gasten vermaken met dans, sport en spel. Op vrolijke muziek kan de pret en het waterballet beginnen!

Jeroen vertelt: 'Vorig jaar had Zwemparadijs de Zwoer ook dergelijke activiteiten georganiseerd tijdens de zomermaanden. Ik ben er meerdere malen met mijn twee kinderen naartoe gegaan. We hadden het reuze naar ons zin. Vrolijke animators leerden mijn kinderen dansen in het water. Er klonk gezellige muziek en iedereen deed enthousiast mee. Ook mochten de kinderen kunsten laten zien en trots dat ze waren! Dit jaar zijn wij zeker weer van de partij'.

Voor meer informatie over de activiteiten kunt u terecht op de website 'zwembaddezwoer.nl', of bellen naar: 0343-516722.
Tot ziens in het Zwemparadijs!

Nep-biseksualiteit

Het lijkt wel mode om als vrouw te roepen dat je biseksueel bent. Uit ervaring en participatie in het Holebi-wereldje (HOmo, LEsbisch, BIseksueel) kan ik zeggen dat er helaas te weinig mensen zijn die het verschil tussen nieuwsgierigheid naar seks met iemand van hetzelfde geslacht en seksuele geaardheid zien. Een echte biseksueel kan zowel verliefd worden op een man als op een vrouw. Het gaat verder dan experimenteren voor 'the fun or passion'.

Steeds meer vrouwen in een vaste heterorelatie willen 'het proberen' met een andere vrouw. Dat gegeven mag je zien als openminded - niet als biseksueel. Het valt meer onder de noemer: 'a thrill'. Dit wordt mede veroorzaakt doordat deze wens meer geaccepteerd wordt. Het zou 'interessant' klinken en het dus ook zijn. Als je het nooit hebt meegemaakt 'mis' je misschien iets lekkers.

Veel mannen hebben de fantasie om te vrijen met twee vrouwen. Er zijn vrouwen die daarin meegaan omdat ze het opwindend vinden om op die manier hun partner te verassen. Daar is niks mis mee, alleen zou ik willen dat deze vrouwen stoppen met zichzelf biseksueel te noemen, of te vragen naar een biseksuele vrouw. Als je dat doet namelijk, snap je de ware betekenis van biseksualiteit niet.

Ga eens op zoek op internet naar contact met een biseksuele vrouw en je merkt al snel dat je je gelukkig kan prijzen als er een keertje geen man aan haar zijde bungelt. De 'wij willen een v-v-m-trio' is de meest gelezen vraag op sites voor vrouwen die (ook) van vrouwen houden. Het benieuwt mij hoeveel echte biseksuele vrouwen overgaan tot het afleggen van 'huisbezoekjes' aan stellen.

Tot slot iets over de veel gehoorde vraag of een biseksueel trouw kan zijn in relaties. Ik wil een vooroordeel hierover graag terug in de kast stoppen. Natuurlijk kan dat! Trouw zijn is een keuze en staat los van geaardheid. Er zijn hetero's die meer mensen aantrekkelijk vinden dan een biseksueel. Een biseksueel heeft niet automatisch meer keuze - dat heeft vooral te maken met hoe kritisch hij/zij is en hoe vaak hij/zij verliefd wordt... en er ook iets mee wil.

Een beetje jouw wereld

Woordenstromen soms zonder richting
als een cirkel dat zich besluitend sluit
Als een dove die zorg draagt voor verlichting
Zo draagt muziek jouw gevoelens uit

Levende melodieën, spelen-de liefde
Je ziel in je oren, je hart in je hand
Over hoe je lief had en hoe je griefde
in de onwelkome greep van de overkant

Je onderzoekt toch het licht in troebel water
Je droomt met open ogen gericht op de zon
Je verlangt de dood als iets van jaren later
maar bidt ook dat het met je spreken kon

Tegenstellingen maken de puzzel kleiner
als de richting die je gaat veranderen mag
Alle fijne gevoelens voelen zoveel fijner
sinds je pijn niet slechts als vervelend zag

Zij verwarmt mij, die lieve kracht in jou
Ik hoef jou niet te redden of te beleren
want jij blijft gelukkig jezelf steeds trouw
Zelfs als een ander dat niet kan waarderen

Geen waarheid zal jou laten liegen
al zal je hart je niet slechts leiden
naar levenden waar vlinders vliegen
maar ook naar hen die jou stil benijden

Diepe verdieping in kleine anderen
tot hun schuldenstrop ook jou verjaagt
De passie van het willen veranderen
van verleden dat toekomstmuziek belaagt

Onmiskenbaar herrijst de tijdloze liefde
voor de mens die leeft of dit steeds weer probeert
Dansend van vreugde omdat hij ook griefde
Glimlachend om wat hij nog niet heeft geleerd

***

zondag 3 augustus 2008

Onaardigheid

Vanmorgen greep het me naar de keel. Onaardigheid. Mijn dochtertje stond volgens een vrouw te dichtbij toen ze wilde pinnen. Een andere vrouw mopperde omdat ze haar boodschappenkar niet meer achter mij, voor een schap, achteraan de rij kon frotten. 'Mag ik er even langs' klinkt nog zelden vriendelijk. Als ik me in een drukke winkel bevind weet ik dat we elkaar liever kwijt dan rijk zijn. Ik doe eraan mee. 'Loop door', denk ik soms. 'Ksst'. Het maakt me verdrietig. Ik wil niet meevaren op de stroom van onaardigheid. Ik wil ook niet dat de onaardigheid van anderen me tijdens mijn 'zwakkere' dagen zo raakt.

Het lukte me niet om te zwijgen vanmorgen. Toen een vrouw letterlijk mijn dochter aan de kant schoof omdat ze ergens bij moest, hoorde ik het mezelf zeggen... in die drukke winkel. Ik zei, zacht, maar hoorbaar: 'Wat zijn we toch weer vriendelijk voor elkaar. Het is hartverwarmend'. Ik hoorde zowel gekreun als gegrinnik. De ene helft is het ermee eens, de andere helft denkt wellicht: 'ksst', of erger.

In een speeltuintje, mijn dochter op blote voetjes en een vogeltje bij de bessenstruik, kwam ik tot mezelf. Het speeltuintje is niet veel soeps, daarom waren wij er alleen. Natuurlijk legde ik de link tussen onaardigheid, drukte en haast. Mensen willen. Plannen. Meer. Het moet. Resultaat: ontevreden. Gevoel van falen. Gevoel van beklemming.

Ik dacht: hoe zalig de onwetendheid van de 'ik zie wel' mentaliteit.
Heb je er zin in? Ik zie wel.
Ga je het halen? Ik zie wel.
Geloof je dat? Ik zie wel.

Kan je je leven blijven leven, vredig, zonder iets te weten? Is het geheim van vrede juist het loslaten van de 'zo moet het gaan' mentaliteit? Het vele 'moeten' maakt ons nors en onaardig wellicht... Maar dat 'moet' natuurlijk niet.

'Hé homooo!!'

Het blijft een 'hot' item voor jongeren, zowel op school als op straat: de homo. Er gaat geen week voorbij of ik hoor 'homooo!' langskomen, galmend, scheldend, uit de 'stoere' jongensmond. De heertjes uit de straat zijn weer 'gezellig' bezig. Ik vroeg eens aan een jongen van begin twintig waarom er zo vaak 'homo' wordt geroepen. Hij antwoordde: 'Jongens worden heen en weer geslingerd tussen afkeer voor homoseksuele handelingen en de angst dat ze zelf homo zijn'. Hij voegde eraan toe: 'Of wórden. Er zijn veel jongeren die denken dat je ineens homo kunt wórden...'.

Vandaag was Sander, zestien jaar, bij mij op bezoek. Ik vroeg hem hoe ze in zijn klas over homoseksualiteit denken. 'Ze gaan er spottend mee om', antwoordde hij beslist. 'Soms maakt iemand voor de grap een homo-achtige beweging en reageert een ander overdreven, door hard 'gadverdamme' te roepen'. Sander kent niemand op school die homo is. 'Of er zijn er geen, of er komt niemand voor uit', bedacht hij. Zelf heeft hij er geen problemen mee als iemand homo zou zijn.

Op een forum voor jongeren stelde ik dezelfde vraag. Er werd al snel op gereageerd. Een meisje vertelde het jammer te vinden dat veel leeftijdsgenoten niet voor hun homoseksualiteit uit durven te komen. Een jongen vertelde dat een leraar homo is en hoe klasgenoten daar grapjes over maken: 'Kijk maar uit, anders moet je nablijven bij *** en hij vindt je lekker'.

Waarom blijft homoseksualiteit een onderwerp waar de spot mee gedreven wordt? Is de oorzaak hiervoor inderdaad te vinden bij wat die jongen van twintig zei? Ik verwacht zeker dat daar een kern van waarheid in zit. Ik weet nog dat ik, als meisje van twaalf, leerde over AIDS zonder te weten hoe je het kon krijgen. Het resultaat was dat ik, geschokt door het bestaan van deze ziekte, bang was het 'zomaar' te kunnen krijgen. Ik geef daarom de onwetendheid de schuld. In de pubertijd gaan jongeren in rap tempo ontdekken waar ze hun seksuele prikkels vandaan kunnen slepen en tijdens die tocht gaan hun gedachten alle kanten op, ook die van de homoseksualiteit. Dat heeft menig man me later te verstaan gegeven: 'Ik dacht er als tiener weleens aan, ja, maar...'.

Ik hoop dat jongeren die homoseksueel zijn er open over durven te zijn, al vind ik dat ze niet opener hoeven te zijn dan een hetero, die immers ook geen uitleg verschuldigd is. Laat de 'praatjes der pikorde' maar voor wat ze zijn. Bovendien: de allergrootste schreeuwers zijn dikwijls het bangst. Tot slot: homo bén je - je wórdt het niet. Je kan het hoogstens later ontdekken, maar dat verandert vooral dat je dichterbij jezelf komt te staan. En dat is mooi.

zaterdag 2 augustus 2008

Open brief aan Jehovah's Getuigen

Lieve Getuige, nooit zal ik jou kunnen overtuigen, dat hebben anderen al gedaan en ik weet dat ik maar ik ben, geen groep. Ik kan huilen om de pijn die jij nog niet begrijpt of kent, ik kan meevoelen met de vreugde die er ook is voor jou daar. Jij ziet het witte. Jij ziet dat prachtige koninkrijk, de vrede. Ik zie wat ervoor ligt en weet dat wat ervoor ligt daar zal blijven liggen. Met jouw enorm sterke hoop en jouw wilskracht vind je dat nu wellicht onzin. Ik bewonder je om je durf je ergens helemaal in te verliezen, maar ik bewonder niet hen die jou naar binnen zuigen en geheimen bewaren voor jou. Nare geheimen, 'expres-geheimen'.

Lieve Getuige, mocht je ooit beseffen dat ik niet je 'mindere' ben... Mocht je ooit beseffen dat 'de duivel' niet door mij heen spreekt... Mocht je dat, en meer, beseffen... Als je je dan alleen voelt, in de kou, vol vragen en angsten... weet dan dat ik er voor je zal willen zijn. Dat mag je vragen. Al is het over vijf jaar. Al is het over twintig jaar. Mijn deur zal open staan voor jou.

Lieve Getuige, je bent nu waardevol voor hen, een trofee, juist jij, met al je charisma en overtuigingskracht. Ze zullen vechten voor jou. Angst en schuldgevoelens bij jou zijn waarschijnlijk het gevolg. Je gaat twijfelen misschien, aan jezelf. Zeggen ze: 'Je snapt het nog niet'? Zeggen ze: 'Je was net op de goede weg, laat Satan je niet in bekoring brengen'? En vind jij dan weer je kracht, je eigen kracht, jezelf, of... Zie je hun kracht, hun weg, hun waarschuwingen?

Lieve Getuige, ik weet hoe het voelt om gemanipuleerd te worden en wat ik vooral daarvan heb geleerd, is dat ik het pas nadat het al jaren aan de gang was doorhad. Net als ik dacht: nu is de maat vol, dan deden ze weer iets aardigs. Net als ik dacht: dit klopt niet, dan lieten ze mij iets zien dat aan mij niet klopte. Zo duurde het voort en ik voelde me even goed als ik iets deed dat zij prettig vonden. Dan gaven ze me het gevoel dat ik goed bezig was. Totdat ik tot de onthutsende ontdekking kwam dat ik geen 'nee' mocht zeggen. Al zei ik 20 keer 'ja' - als er daarna een 'nee' van mij volgde dan leken die keren 'ja' niet meer voor ze te bestaan. Weg. Weg moeite, weg goede bedoelingen. Zij vonden alleen maar dat ik goed bezig was als ik deed wat zij goed vonden.

Lieve Getuige, ik heb mezelf nu weer meer teruggevonden. Ik ben bang soms nog. Dan zie ik dat ene paar ogen, die me zo kil hadden aangekeken. Of ik hoor die ene stem, die me zei dat ik erg beschadigd zou zijn en ik haar leiding nodig zou hebben om er bovenop te komen. Dan voel ik me klein. Een schaduw van wie ik was, of dacht dat ik was. Maar dan kijk ik naar hoe ik mijn eigen leven steeds meer heb ingericht en ik denk aan de liefdevolle mensen om me heen. Daarbij voel ik dankbaarheid en vrijheid. De mensen die ik nu om mij heen heb houden van mij, los van wat ik doe of niet doe. Ze zullen nooit hun deur voor mij sluiten en mij vertellen dat ik er niet meer toe doe, dat ik afval voor hen ben. Nooit, het komt niet in ze op, want ze houden van mij.

Lieve Getuige, er is maar een persoon die is zoals ik ben, en maar een persoon die doet wat ik doe. Wie ben jij?

In liefde, Marlies.