Vanmorgen greep het me naar de keel. Onaardigheid. Mijn dochtertje stond volgens een vrouw te dichtbij toen ze wilde pinnen. Een andere vrouw mopperde omdat ze haar boodschappenkar niet meer achter mij, voor een schap, achteraan de rij kon frotten. 'Mag ik er even langs' klinkt nog zelden vriendelijk. Als ik me in een drukke winkel bevind weet ik dat we elkaar liever kwijt dan rijk zijn. Ik doe eraan mee. 'Loop door', denk ik soms. 'Ksst'. Het maakt me verdrietig. Ik wil niet meevaren op de stroom van onaardigheid. Ik wil ook niet dat de onaardigheid van anderen me tijdens mijn 'zwakkere' dagen zo raakt.
Het lukte me niet om te zwijgen vanmorgen. Toen een vrouw letterlijk mijn dochter aan de kant schoof omdat ze ergens bij moest, hoorde ik het mezelf zeggen... in die drukke winkel. Ik zei, zacht, maar hoorbaar: 'Wat zijn we toch weer vriendelijk voor elkaar. Het is hartverwarmend'. Ik hoorde zowel gekreun als gegrinnik. De ene helft is het ermee eens, de andere helft denkt wellicht: 'ksst', of erger.
In een speeltuintje, mijn dochter op blote voetjes en een vogeltje bij de bessenstruik, kwam ik tot mezelf. Het speeltuintje is niet veel soeps, daarom waren wij er alleen. Natuurlijk legde ik de link tussen onaardigheid, drukte en haast. Mensen willen. Plannen. Meer. Het moet. Resultaat: ontevreden. Gevoel van falen. Gevoel van beklemming.
Ik dacht: hoe zalig de onwetendheid van de 'ik zie wel' mentaliteit.
Heb je er zin in? Ik zie wel.
Ga je het halen? Ik zie wel.
Geloof je dat? Ik zie wel.
Kan je je leven blijven leven, vredig, zonder iets te weten? Is het geheim van vrede juist het loslaten van de 'zo moet het gaan' mentaliteit? Het vele 'moeten' maakt ons nors en onaardig wellicht... Maar dat 'moet' natuurlijk niet.
zondag 3 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten