De eenden maakten ruzie, altijd. Ruzie om elke kruimel die niet egoïstisch in eigen snavel verdween. Een jongetje van een jaar of twaalf zat aan de waterkant met een hengeltje, prutsend, onrustig, af en toe kijkend naar zijn emmertje bange buit om de moed erin te houden. Hij keek op toen hij Terry's blik op zich gericht voelde, lachte onzeker, rimpelde zijn neus naar het rimpelende water, haalde zijn schouders op. Terry zakte onderuit op het bankje, Marco naast haar. Mijn vader houdt ook van vissen, ja toch? Ze wist het niet meer zeker. Ze keek naar Marco, maakte een opmerking over zijn nieuwe schoenen, hij keek trots en daarna ondeugend, terwijl hij een hand in zijn jaszak stak. Een joint, hmm, dat vond ze een strak plan. Lang geleden dat ze zo'n ding had gezien. Nadat ze was uitgesloten, en nadat ze maanden later haar stapel Wachttorens huilend in de fik had gestoken, was de eerste joint om het hoekje komen kijken.
Hard gekwaak rukte Terry weg uit haar herinnering. Twee eenden in de vijver spartelden, hun groene koppies verdwenen onder water. Marco stak behoedzaam de joint aan, nam een hijs, vroeg speels:
'Ken je die mop van die wegwerphengel?'
'Weggeworpen?'
'Eh, ja.'
Terry probeerde niet eens te glimlachen. Ze keek opzij naar Marco en voelde zich klote, leeg. Trouwen. Sukkel. Die twee woorden herhaalden zich een paar keer in haar hoofd.
'Hai Marcha, van harte gefeliciteerd. Trouwens, als ik jou was, zou ik Marco vragen om condooms gelijk weg te gooien na gebruik. Vorige week liet hij zo'n ding op mijn nachtkastje liggen, vies hè.'
***
woensdag 6 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten